Waarom?
Deze Verordening zal een nieuw tijdperk inluiden wat betreft de bescherming van eenieders persoonsgegevens binnen de Europese Unie.
Er bestaan binnen Europa maar liefst 28 verschillende wetgevingen over de verwerking van persoonsgegevens. Dit heeft alles te maken met het feit dat er een twintigtal jaar geleden een Europese Richtlijn werd uitgevaardigd die door elke lidstaat afzonderlijk werd geïmplementeerd door nationale wetgeving met haar eigen karakter.
Met die versnippering wil de nieuwe Verordening komaf maken. In tegenstelling tot een Richtlijn, is een Europese Verordening immers rechtstreeks van toepassing in alle lidstaten zonder dat er nog afzonderlijke nationale wetgeving nodig is.
Dit betekent jammer genoeg niet dat er geen afzonderlijke nationale wetgeving meer zal bestaan.
Lidstaten moeten de Verordening en de bescherming die deze biedt, waarborgen. Maar de Verordening zelf voorziet bijvoorbeeld al dat lidstaten bij wet of bij collectieve arbeidsovereenkomst meer specifieke voorschriften kunnen vaststellen m.b.t. de verwerking van de persoonsgegevens van werknemers in het kader van de arbeidsverhouding.
Naar verwachting zullen verschillende lidstaten van deze mogelijkheid gebruik maken en zullen lokale eigenheden toch nog blijven bestaan.
Bedrijven die zaken doen in verschillende Europese lidstaten zullen voortaan nog maar met één centraal loket moeten werken, daar waar zij voorheen in elke lidstaat afzonderlijk moesten nagaan welke acties zij moesten nemen.
Daarnaast is een belangrijke verdienste van de nieuwe Verordening dat alle bedrijven die in Europa goederen of diensten willen aanbieden of het gedrag van Europeanen willen observeren (door bijvoorbeeld online profiling) de Verordening moeten naleven, ook als ze geen enkele Europese vestiging hebben.